'Doe maar groen'

Dec 27, 2023Door Richard
Richard
Groen Doen, blog van Buro Grow over positionering in reclame en marketing

– Ben je er nou nog niet uit?

– Ik wel maar de klant niet.

– Je gaat ook voor zeker.

– Ik niet maar de klant wel.

– De klant wil iets nieuws en ook al is het oude wijn in nieuwe zakken…

– Die klant is wel een grote klant, ons grootste account. 

– Ja en dus?

– En dus luister ik naar de klant. 

– Wat wil de klant? 

– Een aimabel imago voor zijn duizenden klanten en de rest van de wereld. 

– Dat gaat Ford oplossen. 

– Ford? 

– Ja, die autofabrikant, de eerste die auto’s van de lopende band liet lopen. 

– Oh, Henry. 

– Ja, marketeer in hart en nieren. Over zijn product de T-Ford zei hij: ‘Je kunt hem bij ons in alle kleuren kopen als het maar zwart is.’ Geniaal. En zo werden massaproductie en marketing het nieuwe normaal. En reken maar, als goedkoopste auto, gingen die wagens als zoete broodjes over de toonbank. Tin Lizzie als het grootse succes. 

– Heh? Die Ierse hardrockband met Gary Moore?

– Heh? Welnee man, da's gewoon een naam voor die T-Ford. Ken je eigenlijk wel de reden waarom zwart het nieuwe normaal was? Omzetdingetje. Zwarte verf droogde sneller dan andere kleuren. Dus die wagen kon eerder weg, had vele voordelen. Tot de vraag naar andere kleuren weer toenam. Ford was eerder het nieuwe normaal qua ondernemer.

– Zo, slimme dude. 

– Zeker, Ford dacht echt na over reclame. ‘De helft van wat ik aan reclame besteed, is weggegooid geld maar het probleem is dat ik niet weet welke helft.’
Hij realiseerde zich één ding: ‘Stoppen met adverteren om geld te besparen is als je horloge stilzetten om tijd te winnen.’ Die vent die wist het.

– Spot on die gast, zeg!

– Ik denk dat we voor de campagne van deze klant ook kleur moeten bekennen. We zetten ‘m gewoon in.

– Hé?

– Groen.

– Groen?

– Ja.

– Wim Groen? Van accounting?

– Nee. Groen! De kleur groen. Een groene campagne. We overgieten alles met een groene saus.

– Hé? Hoe zie je dat dan want…

– Met de pay-off ‘Gewoon groen doen!’

– ?

– Wie is er nou tegen groen? Wie is nu tegen het milieu? Tegen het klimaat? Tegen de…

– Eh… tegen het klimaat… dat lijkt me…

– Ah, dondert toch helemaal niet. Onder het mom van groen pakken we ze in. Er is geen auto, vliegtuig of kantoor of er hangt wel iets groens aan. En anders bedenken we dat wel. Als je in groen doet, floreert alles. Groen Groeit!, hup, gooi er ook nog maar in. Welke dienst of welk product ze aanbieden, er is maar één kleur mogelijk.

– Groen.

– Exact. Alles wat ze doen, staat in het teken van groen. Tuurlijk moeten ze links en rechts wat dingetjes aanpassen en zich het groene lingo eigen maken maar vanaf nu zijn ze synoniem voor groen. Groen bloed door de bedrijfsaderen. Groen als hoofdkleur in het logo. Hier werken weldoeners. Groendoeners!

– Geniaal bedacht.

– Werk jij even uit wat de klant wil? Ik moet een vliegvakantie boeken.